Alweer een week geleden zijn we bij een super tof huis wezen kijken. Het voldeed aan al onze eisen en stond zelfs in het juiste dorp en in de juiste straat. Het uitzicht klopte, de ruimtes klopten, er was een grote schuur voor Bart. Boven een balkenplafond, waaraan je zo’n gave schommel kunt hangen en een binnenplaats waar ik mijn ibiza-tuin kan creĆ«ren. Pal achter het huis schapen en water met aanlegsteiger voor een kano. Mijn Fiat500 parmantig op de oprijlaan en die van Bart erachter met nog eens ruimte voor drie auto’s. Ideaal.
En toch, toen we eenmaal binnen waren, ontbrak er iets. En ik begreep het niet. Hoe kan een huis dat op papier alles heeft waar we ooit van droomden, niet dat wow gevoel geven? Ik heb er slapeloze nachten van gehad, serieus, en overdag ging ik hyperventileren na het inplannen van een tweede bezichtiging. Die heb ik dan ook weer afgezegd. Lag het aan mij? Was het de hoge prijs? Of kwam het door het raam aan de voorkant, waardoor ik de bank niet zo kan plaatsen als ik wil? Na een week ben ik erachter dat het en de prijs is, en het raam. Meer niet. We moeten er heel veel aan verbouwen, wat we leuk vinden om te doen, maar dat raam dat laat me elke keer niet los.
Ik kan er niet bij dat ik een droomhuis laat gaan vanwege 1 raam. Aan de andere kant zijn we op zoek naar een huis waar we minstens dertig jaar kunnen blijven, en om me dan elke dag aan 1 raam te irriteren… dat lijkt me niet de moeite waard. We hebben dus besloten om het huis voorlopig in de wacht te zetten en ondertussen op zoek te gaan naar iets anders. Misschien komen we er nog op terug, over een tijdje en als het dan nog te koop staat, want ik ben nog steeds bezig met plattegronden maken en indelen. Het laat me nog niet los.
Foto’s bij het huis en bij ons thuis